Voor ik begon met mijn eerste opleiding aan een kunstschool kreeg ik best wat kritische vragen.
Wist ik zeker dat ik dat wilde? Was er wel een baan te vinden binnen de sector? Zou ik daar wel wat mee verdienen?
Allemaal vragen die bleven bestaan toen ik vervolgens nóg een kunstopleiding ging doen.
Wederom; wat kun je daar dan precies mee? Is er wel voldoende werk?
De kunstsector is een hele onzekere sector! De twijfels, die er überhaupt al waren tijdens zo’n keuzemoment werden groter en ik wist niet zeker of ik de keuze wel moest maken. Maar wat moest ik dan gaan doen?
Om voor mijn tweede kunstopleiding in aanmerking te komen ging een streng toelatingsprocedure vooraf. Eenmaal toegelaten kwam de onzekerheid over of ik wel als freelancer zou kunnen bestaan.
Ik zag om mij heen allemaal hele creatieve, uitgesproken mensen of mensen die een vlotte babbel hadden en met iedereen zo een praatje aanknoopten. Ik ben helemaal niet zo, dacht ik bij mezelf.
Hoe ga ik nu ooit een netwerk opbouwen of mij onderscheiden als productieleider?
‘ Geldzaken bijhouden, belastingaangifte doen….. al met al; doodeng!’
Het inschrijven bij de Kamer van Koophandel heb ik maanden voor me uitgeschoven.
Ik vond het doodeng om me in te schrijven en dan ineens verantwoordelijk te zijn voor een bedrijf!
Allerlei geldzaken bijhouden, belastingaangifte, facturen sturen, uurprijs onderhandelingen, al met al; doodeng!
Doordat ik toevalligerwijs een aantal mensen ben tegengekomen gedurende mijn opleiding heb ik geleerd en het geloof in mijzelf gekregen dat ik mij daadwerkelijk kan onderscheiden.
Een van de adviezen die ik niet snel zal vergeten is dat hetgeen dat ik maak of doe, altijd anders en eigen zal zijn. Puur en alleen omdat ík het heb gemaakt of gedaan.
De ‘creatieve’ ideeën die ik heb, zullen vast geen nieuwe ideeën zijn maar ze zullen nooit exact hetzelfde zijn als die van een ander omdat ik ze maak.
Hetzelfde geldt voor het aansturen van een team, begeleiden van personen of een theaterproductie produceren; ze zullen altijd eigen zijn doordat het vanuit mij komt.
Dit heeft mij een hoop vertrouwen gegeven in mijn doen en laten. Ik kan me vrijer bewegen doordat ik niet het gevoel heb dat ik opnieuw het wiel uit moet vinden of dat ik me moet gedragen zoals ik denk dat ik mij moet gedragen binnen een bepaalde functie.
‘Was mijn toekomst binnen deze sector wel zo onzeker?’
Was mijn toekomst binnen deze sector wel zo onzeker?
Of maakte ik het zo onzeker door de onzekerheid over mijn eigen kunnen? Leven we niet überhaupt in een onzeker bestaan maar doen we soms alsof dat niet zo is door de gebaande paden te bewandelen?
Zijn deze gebaande paden niet net zo onzeker als de nieuwere paden?
Het vertrouwen krijgen om steeds meer een eigen plan te trekken heeft wel even geduurd.
Ik had daarbij ook hulp nodig met het uitstippelen van deze route of eigenlijk beter gezegd; heb ik hulp gehad bij het aanmoedigen om er tijd voor vrij te maken.
Het is niet makkelijk om tegen de stroming in te gaan maar het is wel hetgeen dat me op dit moment blij maakt en mij de meeste creativiteit en drive geeft om alles op alles te zetten om dit te laten werken.
Hoe cliché het ook klinkt; blij zijn met wat je doet is toch écht wel het allerbelangrijkste.